Oud-blaarkopfokker Nijenhuis overleden

Op 17 augustus 2021 is oud-blaarkopfokker Derk Nijenhuis op 97-jarige leeftijd overleden.
Nijenhuis staat bij menig blaarkopliefhebber in het geheugen als een heel bevlogen promotor van het blaarkopras. Tot 1988 was Nijenhuis blaarkop melkveehouder bij Pieterburen. In 1988 nam hij afscheid van het bedrijf, dat met ca. 150 blaarkop melkkoeien zeer omvangrijk en belangrijk was voor het ras. Nijenhuis vervulde ook bestuursfunctie in de blaarkopfokkerij en bij de KI in Groningen. Jarenlang was hij ook afgevaardigde naar de besprekingen met de SZH, hij had toen inmiddels met Piet Westerhuis, Lammert Huizinga en Hommo de Vries het Blaarkop Rundvee Syndicaat opgericht. Dit alles om ervoor te zorgen dat er voldoende nieuwe blaarkopstieren via KI beschikbaar kwamen, want de reguliere KI’s namen nog amper initiatieven voor de inzet van blaarkopstieren. Sperma van de stieren die het BRS inzette kwam uiteindelijk ook via de reguliere KI’s beschikbaar.
Nijenhuis toog na het beëindigen van het melkveebedrijf naar menig blaarkopliefhebber door heel Nederland om mooie vaarskalfjes te distribueren (dikwijls afkomstig uit de Italië-stal). Op die manier kreeg hij overal contacten en kon hij met zijn immer ‘voorzichtige’ overtuigingskracht mensen motiveren om blaarkoppen te gebruiken.
Na het beëindigen van het bedrijf gingen Nijenhuis en zijn echtgenote in een prachtig villa achter de dijk achter de boerderij wonen. Ze leiden daar een vrij teruggetrokken bestaan, want ze waren erg gehecht aan hun privacy. In december 2017 moesten ze verhuizen naar een verzorgingshuis en op de dag van verhuizing overleed zijn echtgenote. Nijenhuis ging al enkele jaren niet meer op pad voor de blaarkoppen, maar de interesse bleef. Menig oudere blaarkopfokker informeerde ‘hoe is het met Nijenhuis’? Ieder wist dat hij al op heel hoge leeftijd zou moeten zijn.
Op 24 augustus zou Nijenhuis 97 jaar oud geworden zijn. Hij overleed op 17 augustus te Winsum.

Een markante man is heengegaan.
Op de overlijdenskaart staat:
‘Hij had de ruimte van de polder lief,
het land van vruchtbaarheid en verte.
Tot ook zijn dromen kleiner werden.
Een hof, een pleintje, gras en wat gerief,
maar nu een hemel zonder grenzen’.